Je hoeft met jouw paard op leeftijd niet meer naar de keuring, maar het is wel goed om in de gaten te houden of jouw paard verandert. Daarom kijken we hier naar verschillende onderdelen van het paarden exterieur:
Aftekeningen:
Hoe ouder een paard wordt, hoe meer witte haren er op den duur bij komen. Omdat je jouw paard alle dagen ziet, valt het niet zo op, maar als je precies noteert waar en hoe groot het vlak is waar witte haren zitten, dan zul je zien dat een jaar later er toch iets meer witte haren bij zijn gekomen. Dat maakt natuurlijk niets uit, maar het is leuk om te zien hoe jouw ouder wordende paard langzaam verandert.
Onderlinge verhoudingen:
Hoe goed heb jij jouw paard objectief beoordeeld op zijn/haar verhoudingen? Natuurlijk is er een ‘perfect plaatje’, maar daar hoeft jouw paard niet aan te voldoen. Wel is het handig voor bepaalde oefeningen. Het ene lichaam is nu eenmaal soepeler of sterker dan het andere lichaam. Paarden zijn wat dat betreft net mensen…
Zorg dat je paard rustig staat en op een vlakke ondergrond. Het mooiste is als het lichaamsgewicht over 4 benen verdeeld wordt, dus als jouw paard snel op rust gaat staan, helpt hem/haar dan af en toe toch even naar een vierkante stand zodat je objectief kunt kijken en jouw aantekeningen correct kunt maken. Bekijk je houw paard van opzij, dan is het juist handig als de benen niet helemaal vierkant staan, maar je alle vier de benen kunt bekijken. Ga op zo’n 3 meter afstand staan en kijk naar:
Romp:
Welk ‘model’ heeft jouw paard? Een vierkant model, of juist een rechthoeksmodel (dan is de lengte groter dan de hoogte) Lengte van het voorbeen:
Kort (korter dan de rompdiepte), gemiddeld of lang (langer dan rompdiepte) Romprichting:
Neerwaarts, horizontaal of opwaarts Hoofd/halsverbinding:
Licht, gemiddeld of zwaar. Belangrijke aspecten zijn de lengte van de nek en de keeluitsnijding. Hals:
Staat deze natuurlijk horizontaal, gemiddeld of verticaal ten opzichte van de romp? En is de hals van jouw paard arm, gemiddeld of zwaar bespierd. Schofthoogte:
Paarden hebben van nature een lage, normale of stijle schoft. Het is erg Verloop rug: heeft jouw paard een weke, gemiddelde of strakke rug? Kijk goed naar de lijn van de schoft naar de lendenen. Bij ouder wordende paarden zakt de ruglijn vaak steeds iets verder in. Dit komt omdat de buikspieren minder getraind worden/zijn. Door heel rustig en regelmatig de buikspieren van jouw paard te blijven trainen, zal de rug langzamer inzakken. Heeft jouw oudje al een ingezakte rug? Laat een professioneel zadelpasser dan beoordelen of jouw zadel nog steeds goed op de rug van je paard past. Niets zo vervelend als een slecht passend zadel; daar kunnen veel ongemakken of echte klachten door ontstaan. Lendenen:
Kijk ook naar de belijning van bovenlijn rug tot kruis. Sommige paarden hebben een karperrug, of scheve lendenen (te zien vanaf de achterzijde van jouw paard; gerichte training kan jouw paard goed ondersteunen om zo recht mogelijk te worden). Standen en omvang van voor- en achterbeen:
Er zijn allerlei ‘afwijkingen’ die voor de sport heel belangrijk zijn, maar op deze leeftijd maakt het niet zo heel veel meer uit. Met de juiste bekapping van de hoeven kan de beenstand wel licht worden aangepast. Belangrijker is om te weten wat de natuurlijke stand van jouw paard is, zodat je ook in een oogopslag ziet als er iets aan de hand is, omdat jouw paard er ineens anders bij staat (denk aan hoefbevangenheid wat op latere leeftijd vaker voorkomt). Let ook goed op de omvang van de benen: benen die ineens flink dikker zijn, vocht vasthouden of anderszins veranderen moet je goed inde gaten houden. Als de benen bij beweging zonder belasting niet snel de oude vorm aannemen is het verstandig een dierenarts te raadplegen.
Vacht:
Hoe is de vacht van jouw paard? Natuurlijk is er verschil in de zomer en winter, maar ouder wordende paarden kunnen moeite krijgen met verharen, of zelfs een hele andere vacht krijgen. Als jouw paard veel langere haren krijgt, misschien zelfs een beetje krullerig, dan is de kans reëel dat hij/zij PPID heeft, een ouderdomskwaal. Vraag jouw dierenarts dan om een Cushingtest test te doen (er wordt bloed afgenomen en dit wordt onderzocht) en vraag om advies op maat.
Buik:
Hoe ouder het paard, hoe groter de kans is dat de buik gaat hangen. Hoe langer jij jouw paard in training houdt en de buikspieren goed laat gebruiken, hoe minder snel de buik door gaat hangen. Dit voorkomt ook die doorgezakte rug. Je hoeft je paard niet intensief te trainen om buikspieren te houden, er zijn ook passieve manieren en grondwerkoefeningen voor.
Billen/koker/vulva:
Controleer of jouw paard schone billen heeft. Als er mestwater is opgedroogd, dan voelt dit niet fijn voor je paard, maar het betekent ook dat de interne huishouding niet helemaal lekker loopt. Een dagje is niet erg, want het kan beste voorkomen dat de maag en darmen even ontregeld zijn door iets ander voer bijvoorbeeld, maar het mag niet lang duren. Ook de koker (ruin) en vulva (merrie) moeten schoon zijn. Maar pas op: niet ieder paard vindt het prettig als je dat checkt, laat staan als je het schoon wilt maken wanneer je viezigheid aantreft. Hoe jonger je daarmee start, hoe beter. Maar ja, aan dit advies heb je niets als je nu voor de eerste keer gaat kijken ;-) Het is belangrijk om te checken of jouw paard geen bonen heeft; ruinen hebben daar vaker last van in hun koker, maar ook merries kunnen ze hebben en in beide gevallen geeft dit ongemak bij het plassen.
Temperatuur:
Last but not least; controleer de temperatuur van jouw paard. Door te weten wat de normale temperatuur van jouw paard in de ochtend en de avond is, weet je ook of dit erg verschilt op het moment dat jouw paard een keer niet fit oogt.
Comentarios